De PZC belegd 1x per jaar een zendingsdienst in onze kerk.
In deze dienst zal een predikant bij ons voorgaan met een tekst-thema gericht op ‘zending’. De opbrengst van de collecte is dan ook bestemd voor dit doel.
Woensdag 2 juli 2025 is ds G.W.S. Mulder bij ons voorgegaan in een zendingsdienst.
Liturgie
Psalm 22: 14, 16
Lezen: Mattheus 28: 11-20
Psalm 124: 1, 3, 4
Psalm 119: 25, 85
Gebed des Heeren: 3
Tekst en thema
Mattheus 28: 19a
De zendingsopdracht …
1 … aan de discipelen
2 … voor de volken
3 … van Jezus
De elf discipelen hebben de opdracht gekregen. Maar het blijft niet beperkt tot deze elf. De opdracht moet geschieden tot aan het einde van de wereld. De belofte hangt aan de opdracht tot de voleinding der wereld.
De elf discipelen horen de boodschap, gegeven tot de hele Kerk. De apostelen zijn de vertegenwoordigers van de Kerk. De ambten zijn niet van privé personen (Augustinus) maar van Christus aan de Kerk gegeven.
De opdracht moet overgebracht worden aan de volgende generatie, die opdracht rust op óns. Hoe ontvangen wij die opdracht van Christus?
Punt 1
a) God gaat spreken tot Zijn Kerk, ze worden terug geleid tot hun afkomst, Galileeër. Wie God gaat gebruiken in Zijn dienst leidt Hij terug naar zijn afkomst: Adamskind, zonder God, de verdoemenis zelf onderworpen.
b) Wie God gaat gebruiken in Zijn dienst ontmoet Hem, Jezus. Hij verschijnt aan hen, ze kennen Hem, hun hart gaat naar Hem uit in Zijn spreken, in Zijn openbaring.
c) De grote Zender komt naar de zendenden toe, ondanks hun zwakheid. Hij kent hun nood. De laatste afstand overbrugd Hij Zelf, dat is Zijn liefste werk. Hij verklaard Zijn Middelaars heerlijkheid: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Iets daarvan moet de Kerk bij zich dragen om de opdracht op zich te nemen.
Punt 2
a) Ga heen (over de grenzen). Apostel betekend zendeling. Gods Koninkrijk is niet beperkt tot ons maar over alle volken. ‘Ga heen’ vraagt zelfverloochening. Maar in Zijn kracht worden ze uitgestoten. Ga dan heen, met volmacht van Hem. Opdat je weten mag van Wie je de opdracht heb gekregen en ook terug mag komen met de opdracht.
Het woord ‘volken’ betekend mensen gegroepeerd naar hun afkomst. Elk volk moet het Evangelie in zijn geslacht krijgen. Dus niet alleen horen, aan de oppervlakte, maar helemaal in hun geslachten opgenomen worden, van generatie op generatie.
Volken moeten een gezicht krijgen, moeten op óns netvlies komen.
b) ‘Onderwijst’ dat is maak discipelen, volgelingen, dat ze in het hart worden geraakt. Daarmee begint het.
c) ‘Dopende’ zich gevende voor de Heere en Zijn dienst
d) ‘Lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb’. De leer van Christus moet indalen bij alle volken.
Punt 3
‘En zie’, merk erop, na alles wat gezegd is, de spits: Ik ben met ulieden alle de dagen tot de voleinding der wereld. Hij Die roept is getrouw, Die het ook doen zal. Hij maakt het waar.
Al het werk moet gebeuren in Die Naam. Heere mag U verschijnen dan zal ik verdwijnen.
In vers 18a staat: Jezus bij hen komende. In vers 20a staat: Ik ben met ulieden. Dat is Pinksteren